Hoog tijd dat er weer eens wat in de ‘boekenkast’ komt. Niet dat ik niks lees, maar lezen is één, en stukjes daarover schrijven twéé. Maar soms vallen die je zomaar toe.
Het is weer eens een bonte boekentafel, in onze huiskamer. Gijs snuffelt wat : “Hee, een nieuw boek van Janne! Is dat mooi?”
“Jaha!” snept een tienjarig stemmetje vanaf andere kant van de bank.
Gijs: “Hoe kan jij dat nu weten!”
Snep: “Ik heb het al twee keer gelezen!”
“Wat??” Daar komt moeder tot de werkelijkheid.
“Is dat echt waar?”
“Jahoor. Ik hou zo van nieuwe boeken…”
Moeder leerde die dag twee dingen: a) prematuurtjes blijven niet altijd klein b) weet welke (nieuwe) boeken je op het kastje in de kamer laat slingeren.
Maar bij dezen een hartelijke aanbeveling van Janne IJmkers nieuwste boek “Wij hadden het leven lief”. Vooral namens mijn dochter, die met haar tweemaal lezen pas echt recht van spreken heeft. Het is vast de kracht van het boek, dat het zowel jong als oud kan boeien. Lien kon zich goed inleven in het meisje Riekie, dat zo graag naar school ging (en thuis zo ‘volwassen’ mee moest werken, wat naar ik hoop iets minder herkenbaar is…)
Maar er zijn nog een paar lijnen: ‘Tapes’ waarop Riekie als oude vrouw haar verhaal vertelt (maar de vraag is of het allemaal klopt), de vaak optimistische en poëtische brieven van de dwangarbeider Samuël die hij aan zijn vrouw schrijft (maar de wolkenlucht erachter wordt steeds donkerder). Lezers weten dat hij haar (en hun ongeboren kind) nooit meer zal zien. En tenslotte zijn er steeds de ‘notities’ van de schrijver, die zichzelf en ons scherpe vragen stelt.
De spanning loopt sterk op in het boek, dat je daarom liefst achter elkaar uitleest. Eigenlijk reis je langs een spoorlijn, met aan de ene railskant de onheilspellend bonkende cadans van onderdrukking, vernietiging en dood. Maar parallel daaraan steeds dat andere lichtende spoor: vriendschap, liefde, speelse vrolijkheid. Het wordt pijnlijk voelbaar: zij hadden het leven lief. Vele wateren kunnen die liefde niet uitblussen. Geen prikkeldraad houdt haar tegen. Maar twee trekken er altijd samen op: sterk als de dood is de liefde.
“Wij hadden het leven lief” – Janne IJmker, uitgeverij Brevier, 17,90 euro.

Beste Christine,
Ook ik las het boek bijna achter elkaar uit en vond het indrukwekkend. Bij zoeken op google hoe anderen het waardeerden kwam ik op jouw reactie – een aanbeveling.
Wellicht een aanvulling: In het slot van je reactie lijkt je de liefde die in de titel genoemd wordt als uitgangspunt te hebben. Die liefde kenschets je positief: niet door de dood te blussen.
Mij viel op dat er in het boek een keer uitdrukkelijk negatief over wordt gesproken: “Wij hadden allen het leven zo lief. Maar zíj gingen als schapen.” (blz. 245)
Overigens dank voor je aanbeveling en je bijdrages in het RD.
Met hartelijke groet,
A. van Wijk, Herkingen
LikeLike
Dag dominee,
Dank voor uw reactie, en de fijnbesnaarde aanvulling.
De liefde gekenschetst als positief, zeker wel! Maar toch niet helemaal zonder meer.
Het is me altijd opgevallen (maar ik ben geen theoloog…) dat er niet staat: de liefde is ‘sterker dan’ de dood, maar ze is ‘sterk als’ de dood.
Daarom noemde ik in die laatste alinea ook het beeld van de twee treinsporen. Je zou ook een ander beeld kunnen nemen: de liefde als een sterke macht, met de dood (als wedijveraar) voortdurend op de hielen. Soms ligt de liefde voor, soms de dood. Die afwisseling laat dit boek schrijnend zien. Je kunt het leven, de mens nog zo liefhebben, maar de dood, in vele gedaanten, kan haar in dít leven wel lam leggen.
Hartelijke groet,
Christine
LikeLike