Koningsdag

Eerlijkgezegd lees ik liever preken dan theologie (waar ik met een befaamde pastor uit Oene bij in slaap val). Maar als hulpe tegenover een theoloog kom je daar niet mee weg. Op zijn aandringen las ik iets van N.T. Wright, een Britse theoloog die benadrukt dat Jezus op aarde kwam om Zijn Koninkrijk te vestigen. Alles wat in het evangelie tussen Zijn geboorte en sterven in beschreven wordt, dient dat doel. Christus’ dood was de kroon op dit werk. Zijn volgelingen dragen de kruisbanier verder. Tot op Koningsdag.

Het was een meeslepend en beschamend boek. Zeker, er is meer over Wright te zeggen – dr. M.J. Kater deed dat dezer dagen ook – maar toch: hoe hebben we hier altijd overheen kunnen lezen? Kruis en koninkrijk: we krijgen het maar moeilijk bij elkaar. Zoals Wright onlangs zei in het ND: ‘Liberale christenen willen een koninkrijk zonder kruis’ (een christelijk leven dat successen boekt), ‘orthodoxe christenen een kruis zonder koninkrijk’ (als onze zonden maar vergeven zijn, en wij straks naar de hemel kunnen).

Later las ik alsnog mijn preek. Eveneens van een Britse theoloog, uit een boekje dat in de Nederlandse vertaling ‘Verwacht u Hem?’ heet. Misschien was die vraag ons te pijnlijk voor een herdruk, want er was op heel het web alleen nog een beduimelde Engelstalige pocket te vinden. In elk geval raakt J.C. Ryle een pijnlijk actuele plek: wij verwachten Hem niet meer. Zoals in de gelijkenis van de wijze en dwaze maagden, slapen we allen. Niet dat we allemaal ingesufte (naam)christenen zijn geworden, maar we slapen met betrekking tot dat ene heilsfeit: de wederkomst.

Wright en Ryle blazen dezelfde bazuin: de Kóning komt! Hem verwachten betekent gehoorzaamheid, leven zoals Hij onderwees, heersen door ieders dienaar te zijn. Het betekent dat het kruis je op de huid geschreven staat. Niet dat het ooit went. Maar volgelingen van de Koning weten sinds Pasen iets van Zijn wonderlijke  overwinningsstrategieën: winst door verlies, een nieuw leven door te sterven.

In ‘Brieven uit de hel’ van C.S. Lewis waarschuwt de doorgewinterde duivel Schroefstrik zijn neefje-in-opleiding er zelfs voor, de christenen niet ál hun aardse hoop te ontnemen. Laat ze maar wat houvast hebben aan mensen of omstandigheden, want zo niet, dan richt hun hele hart zich naar de hemelse Tegenstander, ‘en dan is de zaak voor ons verloren.’ Dat is precies waarom Paulus roemde in verdrukkingen, en waarom God lof toezingen het beste medicijn is voor een beproefd mens.

Geef mij als Koningslied daarom maar een couplet van Paul Gerhardt: Gij zwaarbeproefde schare / ten dode toe benard, / daar gaat een blijde mare,/ o schrijf die in uw hart: / al drukt het kruis uw schouder / al dooft het laatste licht, / uw Trooster en Behouder / staat voor uw aangezicht.

(Je kunt het zelfs op de wijs van het Wilhelmus zingen)

Dit bericht werd geplaatst in Uncategorized. Bookmark de permalink .

Plaats een reactie