Zomerdroogte

Foto door Pixabay op Pexels.com

…lonely, very lonely to have a past no one else can share. (Susan Howatch)

De profeet Ezechiël wordt door de Geest meegevoerd naar de tempel, naar een kijkgat in de muur, waarachter de privévertrekken van de priesters zijn. Die, volgens Matthew Henry, daarvoor expres zo’n hoge wal hebben opgetrokken. „Zij wensten dat al wie hen in Gods huis zag, hen niet in hun eigen huis zou zien, opdat men niet zou zien dat zij zichzelf tegenspraken en in hun huis ongedaan maakten wat zij in ’t openbaar deden.”

Ezechiël krijgt een onthutsende blik op allerlei afzichtelijke zonden, bedreven door Gods tempeldienaren. Je hoeft geen pastoraal werker te zijn om te weten dat dit van alle tijden is. Soms brokkelt de muur van een ambtelijk levenshuis af en krijgen we via de media een kijkgaatje. Maar wat als je dan dieper zou gaan graven, de krochten in van de geest van zo’n priester of dominee die de misstap beging?

De schrijfster Susan Howatch doet het. Sinds Enny de Bruijn haar Starbridge-serie noemde in het Reformatorisch Dagblad (3-4-2020) –zes dikke (Engelstalige) delen over anglicaanse geestelijken in de twintigste eeuw– ben ik eraan verslingerd geraakt. Zoals De Bruijn schrijft zijn deze romans „soms wat zweverig over het geloof, ze behandelen het onderwerp seksualiteit nogal vrijmoedig, ze schetsen anglicaanse geestelijken als heel gewone mensen met zonden en gebreken, en ze zijn veel te uitleggerig om literair te zijn.”

En toch… ze bieden óók dat zeldzame inzicht, dat kijkgat in de ziel van een ijdele bisschop met een driehoeksverhouding, van een aartsdeken die verslaafd is aan successen. Howatch fileert ze. Geen motief blijft verborgen, de boeken van het verleden worden geopend. Haar hoofdpersonen dienen geregeld te biechten. Als het enigszins kan kiezen ze daarvoor een lieve oude priester die niet achter hun wal of rookgordijnen kijkt. Pas als er kijkgaten dreigen, schandalen op de loer liggen, erkennen ze wat ze werkelijk nodig hebben: iemand die hen doorzaagt en doorziet, tot op de naakte waarheid. Als álles op tafel ligt, als elke schuld hardop beleden is, dan is er ook genade, vergeving en een nieuw begin. Als iemand de noodzaak van zo’n proces duidelijk weet te maken, dan is het Howatch.

Wat missen we die biecht. Hoeveel zonden torsen we mee die onverwoord, onbeleden en onvergeven zijn. Wat een zomerdroogte bij mensen wier leven een stroom van levend water zou moeten zijn. Hoe groter het glazen huis, hoe meer gordijnen of wallen misschien wel. Vooral rondom dat binnenste heiligdom, ons eigen hart dat ons leven voortdurend tegenspreekt. Onverdraaglijk. Maar hoe geïsoleerder dat hart, hoe vatbaarder het wordt voor vreemde verleidingen, vreemde vrouwen, vreemde krachten. En dan volgt het kijkgat, de val en de nog diepere verlatenheid. Laten ook protestanten tijdig biechten. Laat de dwang van een kijkgat voor ons niet nodig wezen.

Dit bericht werd geplaatst in Uncategorized. Bookmark de permalink .

Plaats een reactie