Wir nehmen immer abschied

Mertje is al zevenmaal om het huis gegaan, reciterend: ‘Lien weg, Saas weg, Gijs weg, Papa weg.’

En zo is dat. Tweederde van het gezin is vanmorgen in alle vroegte vertrokken.Voor vijf hele dagen! De kamers zijn leeg, het duplotreinencomplex ligt er verlaten bij, met alle daarbij geknutselde stations van hout en karton. Het echte werk is begonnen. De jongens – die de spoorkaart van Nederland in hun hoofd hebben zitten, en nu al vastbesloten zijn om later géén auto te kopen – raakten samen niet uitgesproken over het traject Kampen – Tonbridge (GB) dat afgelegd zal worden.

De sprinter naar Lelystad, de intercity naar Schiphol (tussenliggende stations worden gezamenlijk opgedreund) en dan…het Grote Onbekende in. Het voor hen bijna onwerkelijke vliegritje naar Londen. En als slagroom op de (trein)taart nog in een echte engelse trein voor de laatste etappe! Hoe zou die er wel niet uitzien? Heel soms hanteren wij hier een treinspreekverbod. Ik heb zo’n vermoeden dat dat na dinsdag, als ze hopelijk weer veilig thuis zijn, weleens hard nodig zou kunnen zijn.

En zo namen wij afscheid, in het morgenlicht van 5.45. Het onvergetelijke gezichtje van Gijs achter op de fiets: een en al vers ontwaakte opwinding.

Afscheid nemen: we deden het nogal veel afgelopen week. Van de juffen, van Liens cello die ze het eerste jaar van de muziekschool huurde. Geloof me, je mist zo’n stoere klankkast, trouw de wacht houdend in een hoekje van de kamer.

Maar ook dit moet gememoreerd worden: mijn fiets legde het loodje. Mijn onverwoestbare zwarte opoefiets, die ruim 40 jaar dienst heeft gedaan. Mijn moeder kocht hem, ik zat eerst voorop, toen achterop (in zo’n mand) en later met mijn benen in de fietstassen. Later nam ik hem mee naar Utrecht, nadat ik daar op een dag mijn eerste studentenfiets – een geelgeverfde opoefiets, door huisgenoten ‘Het Gele Gevaar’ genoemd – in kreukels terug vond achter het huis.

De zwarte bleek onaantastbaar, en ging met me mee naar Kampen. De afgelopen jaren vervoerde hij soms vier mensen tegelijk: een achterop, een op het zadel, een voorop, en een in de buik. Om maar niet te spreken van de vrachten die hij per fietskar menigmaal achter zich aan heeft gesleept.

De fietsenmaker ontdekte een knik in het frame, en waarschuwde me: hij is op. Inmiddels heb ik een (bijna) nieuw ros: een mooie zwarte Gazelle, geheel naar tevredenheid. Maar zoals destijds met de tweede tempel: er is voor mij maar één Zwarte. Hoe neem je afscheid van een fiets?

Misschien moet ik er net als Mertje een ritueel voor maken. Die zegt niet alleen ‘Dag, opa’ maar ook ‘Doeg, zingen’ of ‘Doeg, wasmesjiene’. Zelfs ‘Doeg, Bijbel’ (als die na lezing weer dicht gaat)

Doeg, juffen. Doeg, cello. Doeg, Zwarte.

2014-07-04 07.56.26

2014-04-02 14.07.30

 

Nog even zoeken naar een fietsfoto. (Ik zal toch wel een foto hebben van de Zwarte…??)

 

 

Dit bericht werd geplaatst in Uncategorized. Bookmark de permalink .

2 Responses to Wir nehmen immer abschied

  1. Janne's avatar Janne schreef:

    respect voor jouw Zwarte Deftige Oude Dame!

    Like

  2. cestbiencovitz's avatar cestbiencovitz schreef:

    De vader van Rilke werkte bij de spoorwegen. ‘So leben wir’ lijken je zoons te zeggen.

    Like

Geef een reactie op cestbiencovitz Reactie annuleren