
Mijn column in het Reformatorisch Dagblad van 21 mei 2016
Hoe meer je inzoomt op een microkosmos hoe universeler je verhaal, aldus een befaamde romanschrijver. Als kind keek ik vaak naar het gezicht van mijn oma. Aan weerszijden van haar mond liepen twee neerwaartse lijntjes die haar iets smartelijks gaven, ondanks haar opgewekte aard en aanstekelijke lach. Door een map met oude krantenknipsels viel er iets op z’n plaats. Wemeldinge, 1942. Een Engelse bommenwerper die neerkwam op een woonhuis en zeven personen uit één familie doodde: de moeder, twee zussen, twee broers en twee logerende nichtjes van mijn oma, zelf nog maar kort getrouwd. De microkosmos van mijn oma’s leven, in een paar lijntjes samengevat. Nog wat dieper ingekerfd door het verlies van een vijfjarig zoontje in 1947 en een broer tijdens de ramp van 1953. In een oud interview lees ik dat er bijna geen dag voorbijging of ze dacht aan die ene nacht in 1942. Nu ik de leeftijd krijg om naar het hoe van zo’n grote klap te kunnen en durven vragen, leeft ze niet meer.
Maar er waren er zo veel meer, van die kosmosjes met de vlag permanent halfstok. Het oorlogsdagboek van Jeanne Tunderman –alleen achtergebleven nadat haar echtgenoot ds. J. W. Tunderman wegens verzetsactiviteiten naar Dachau moest– laat me inzoomen tot waar ik bijna niet durf te kijken. „En wij, eenzame vrouwen, met het hart altijd ver van de plaats waar wij vertoeven, wij kennen zo veel gedachten die ons bestormen.” Elk uur, elke minuut denkt Jeanne aan Wim. Hun huwelijk moet een wonderlijke eenheid zijn geweest. Ik sluit niet uit dat ze elkaar zelfs op afstand aangevoeld hebben. Nog onwetend van Wims dood op die dag schrijft Jeanne zich op tweede kerstdag 1942 helemaal leeg. „Het is zo moeilijk, zo moeilijk, zo ontstellend leeg en droef.” Haar onzekerheid en „heftig begeren” zijn zó persoonlijk, en zó universeel. Al zegt ze in ieder fragment ongeveer hetzelfde –dat ze zonder Wim niet leven kan– alle malen ween je. Toch is het geen deprimerend boek. Denken aan Wim is denken aan God. En misbaar maken. En hopen. En loven. Alles tegelijk. Niet: af en toe God ervaren in plaats van pijn, maar God ervaren ín de pijn. Kan een hart het begeven van verdriet? Jeanne overleeft Wim een paar maanden. Dan is het verlangen naar bruidegom en Bruidegom in één moment vervuld.
Inzoomen op ‘foute’ predikanten in oorlogstijd, zoals in recente publicaties gebeurde, kan „ontzettend depressief” maken (dr. B. J. Spruyt). „Een volk dat voor tirannen zwicht, zal meer dan lijf en goed verliezen, dan dooft het licht.” Het is zaak de kijker af en toe te verplaatsen. Want wie van Jeanne Tundermans piepkleine universum opkijkt naar het firmament, kan alleen nog maar denken: hoe helder staat de Morgenster.