Een nieuwe naam

Soms is het maar beter iemands woorden te lezen en te bewaren, zonder de persoon in kwestie ooit  gezien of gehoord te hebben.

In de Lettergreep van Hans Werkman, vandaag in het Nederlands Dagblad (voor een paar eurocenten te lezen op http://www.nd.nl/artikelen/2014/oktober/17/lettergrepen-640-gabe-en-kees ) gaat het over de gereformeerde predikant Gabe van Duinen, wiens boekjes ik gretig verzamel en met wiens woorden ik dagelijks in slaap pleeg te vallen. (Dagboekje ‘De stem achter u’, zie ook mijn column ‘Zwart en goud’)

Tot nog toe had ik hem nooit op een foto gezien, maar het ND drukte bij het stukje van Werkman een serie achtereenvolgende foto’s af waarop de beweeglijke ds van Duinen nogal filmisch te zien is op de kansel. Inderdaad zoals Jaap Zijlstra hem zich herinnerde:  ‘Gabe van Duinen hamerde op de kansel en hij maakte brede gebaren en hij sloeg tegen zijn kale hoofd en op die dikke buik onder zijn toga en met zijn gezicht deed hij van alles.’

En je denkt ineens wat je nooit eerder dacht: wat een pias. En toch zulke mooie boekjes en preken. Een mens tussen God en mensen.

Interessant is zo’n serie ergens wel. Zijn er trouwens meer van, in dit genre?

Nog interessanter: Gabe van Duinen blijkt een veel jongere broer gehad te hebben, die een begaafd dichter was: Kees van Duinen. Zijn enige bundel kwam destijds postuum uit. Het wachten is nu op de heruitgave van de gedichten van deze ‘stille, schuwe, gereformeerde dichter’ die Werkman voorbereidt.

Ik vond alvast een paar regels, een fragment uit het gedicht ‘Kerkhof’:

Hun namen sinds zijn lang versleten,
met kweek en woeker overdekt:
wie hier verstopt ligt en vergeten,
wordt met een nieuwe naam gewekt.

Het is vrijwel zeker dat de broers om verborgen redenen weinig contact hadden. Maar misschien kenden ze wel dezelfde hoop. Juist vorige maand kwam ik ook bij Gabe iets tegen over die nieuwe naam:

Een mens krijgt van de mensen niet gemakkelijk een nieuwe naam. Ze houden het halsstarrig op de oude. Ze plakken steeds weer het oude etiket op ons. “Als we eenmaal de naam hebben…” “Die eenmaal steelt…” “O díé? Daar is iets mee geweest. Weet u wel?” Ja, “u” weet het nu weer. Daar hebt u, door de oude naam weer op te rakelen, goed voor gezorgd. Neen, van die oude naam komen we nooit meer af.

Christus helpt ons van onze oude naam af. Hij bevrijdt ons van ieder soort erfelijke belasting en minderwaardigheidscomplex, waarmede anderen en wijzelf ons belasten. Hij doet dat door ons een nieuwe naam te geven. Dat is wel een zeer radicaal middel! Dat is maar niet een schone lei, een nieuw begin, een nieuwe kans met nieuwe mogelijkheden. Het is geen blanco formulier dat wij zelf nog moeten invullen. Dat zou natuurlijk al heel mooi zijn. Welk mislukt mens wil niet graag overnieuw beginnen? Maar Christus geeft oneindig meer. Hij geeft een nieuw begin dat in Hem reeds begonnen ís, en waarvan de voleinding in Zijn bloed gegarandeerd ligt.

Deze nieuwe naam te mogen dragen is een hoge eer. Het is ons een heilige roeping hem hoog te houden in een leven, dat aan deze naam beantwoordt.

Dit bericht werd geplaatst in Uncategorized. Bookmark de permalink .

Plaats een reactie