Maria

“Soms zijn we teveel rooms en soms te weinig,” hoorde ik gisteren in een preek. Die ging over Maria, de gezegende onder de vrouwen. En over haar tante Elizabet, een andere gezegende vrouw. De mannencultuur in onze orthodoxe wereld ten spijt;  vaak zijn het vrouwen die op kruispunten in de heilshistorie staan.

Waarom, zo vraag je je af. Zijn ze ontvankelijker van gemoed? Minder hard?  Zijn ze in al hun kwetsbaarheid misschien bruikbaarder voor God? Het kan allemaal waar zijn, maar laten we niet net doen alsof er geen emancipatiedrang bestaat, alsof vrouwen uiteindelijk ook niet naar macht staan. Openlijk of verborgen, geëmancipeerd of schijnbaar onderworpen (Maar ondertussen! Ook je gezin kan je koninkrijk zijn). En de baas-in-eigen-buik -beweging is ten diepste geen enkele vrouw vreemd.

Maar dat is het nu juist  waar God bij die vrouwen gebruik van heeft gemaakt: allemaal waren ze op de een of andere manier géén baas in eigen buik, en werden ze zo gebruikt om iets voort te brengen dat triomfeerde over hun eigen onmogelijkheden, dat verder reikte dan hun eigen verlangens en ambities, hoewel ook die een plek kregen.

Maria was gezegend omdat ze de Zaligmaker droeg. Maar ook gezegend omdat ze zonder tegenspreken het mysterie wilde dragen, al stelde het haar voor grote vragen en problemen. Maria, ben je bereid je verloving op het spel te zetten? Ben je bereid schande te dragen, een kans op steniging te riskeren, de straf van een overspeelster, om Mijnentwil?

Maria, wat denk je dat ze zullen zeggen als je vertelt: ik ben zwanger, en het is van de Heilige Geest. Denk je dat er iemand is die…

Die was er. Elizabet. Maar ook dat ongeboren kind van haar, het sprong op! (Hoe gebeurde dat, wat voelde ze precies, vraagt de schrijfster in mij. Want hieruit blijkt, zei de predikant gisteren, dat kinderen al vóór hun geboorte voor het ambt bestemd kunnen zijn, en daartoe ‘altijd al’ een begeerte gehad kunnen hebben. Wat een thema is in de roman waar ik aan werk.)

Het zijn duizelingwekkende dingen, die in dat korte stukje van Lukas 1 aan de orde komen. Gezegende vrouwen. Maar ook met de mannen kwam het wel goed; Jozef keerde terug en Zacharias kon weer zingen. Gezegend zijn zij die regie uit handen geven, stoppen met redeneren, en het mysterie aanvaarden: ‘Doe gelijk als Gij gesproken hebt.’

Elisabeth Elliot heeft het vandaag in haar daily devotional eveneens over “The mother of the Lord”. Haar einde:

“Ik dank God dat ons een Kind geboren is. Ik dank Hem ook dat er een vrouw met een rein hart was, die bereid was dat Kind te ontvangen met alles wat het moederschap met zich mee zou brengen aan dagelijks vertrouwen, dagelijkse afhankelijkheid, dagelijkse gehoorzaamheid.

Ik dank Hem voor haar stilte. Die geest is mij van nature volkomen vreemd. Ik wil leren wat zij al zo vroeg geleerd had: iedere gebeurtenis in haar leven bewaren in haar hart, bedenken wat God ermee zou kunnen bedoelen, in stilte wachten op Zijn Woord voor haar.

Ik wil ook leren dat het geen buitengewone geestelijkheid is waardoor iemand weigert gewoon werk te doen, maar een wens om te bewijzen dat men niet gewoon is, wat geestelijke  hoogmoed verraadt.  Ik wil net als zij reageren in prompte gehoorzaamheid: ‘Wat U ook zegt, Heer, ik zal het doen.’

“Zalig zijn de reinen van hart, want zij zullen God zien.”

Dit bericht werd geplaatst in Uncategorized. Bookmark de permalink .

1 Response to Maria

Geef een reactie op stamvangent Reactie annuleren