De wereld is weer vol mooie en interessante boeken. Op mijn nachtkastje ligt de nederlandse vertaling van “Lila”. Die haalt het niet bij de ongekende taalweelde van Marilynne Robinson zelf, maar toch: knap gedaan. En ik zie nog meer in het boek dan ik al deed, nu ik alles snap wat er staat. Lila is heerlijk gezelschap, en ook in haar degelijke, hollandzwarte vermomming zal ik haar (en hem) missen als ze me weer verlaat.
Maar voor Robinsonliefhebbers (die vaak ook Schoemanliefhebbers plegen te zijn) is er nieuwe troost: sinds een paar dagen is “Het uur van de engel” beschikbaar, het tweede boek van Karel Schoeman dat uitgeverij Brevier in vertaling uitgeeft. Een roman met een nogal intrigerend thema. Ik hoop dit boek binnenkort te bespreken voor het Reformatorisch Dagblad; de recensie zal dan ook wel op dit blog verschijnen.
“Het verleden is een ander land. Wie kent het pad erheen?”
Drie personen raken om geheel verschillende redenen geïnteresseerd in het leven en werk van de negentiende-eeuwse Daniel Steenkamp. Deze schaapherder beweerde dat hem een engel verschenen was en hij verwoordde die ervaring in gedichten.
Een TV producent ziet in hem materiaal voor een interessante documentaire. Een schrijver ziet hem als de eerste Afrikaanse dichter. Een predikant denkt in hem een voorbeeld van innige vroomheid te hebben. Maar geen van allen krijgen ze werkelijk grip op het leven en de persoon van de herder.
Opnieuw een fascinerend verhaal over eenzame mensen in een kleine Afrikaanse gemeenschap.”
