C.S.L.

Op 22 november was het 51 jaar geleden dat C.S. Lewis stierf, vrij onopgemerkt, omdat op die dag ook president John F. Kennedy het leven liet.

Ik moet toegeven dat ik nu vaak te chaotisch/moe/slaperig in mijn hoofd ben om zijn werk te lezen. O nee, dat is niet helemaal waar. Af en toe lees ik ‘Narnia’ in bed, precies volgens Lewis’ voorspelling: ‘ooit zul je oud genoeg zijn om weer sprookjes te lezen’.

Maar ooit was er een tijd dat ik Lewis’ werk probeerde te lezen, en dat soms zodanig opzoog dat ik het nu nog kan terughalen. Zijn essays ‘Christendom en literatuur’ en ‘Christendom en cultuur’ hielpen me een houding ten opzichte van de kunst te bepalen en ‘De vier liefdes’ was bepaald ons lijfboek in roerige tijden van vlinders, vriendjes en Grote Verliefdheden. Over liefde en vriendschap had Lewis mooie, diepe dingen te zeggen. Vooral over de Liefde, die niemand kent dan die hem ontvangt. ‘Niets dat je niet eerst uit handen gegeven hebt, zal ooit werkelijk het jouwe zijn.’

Ook het Reformatorisch Dagblad heeft vandaag een citaat van hem op de achterpagina: ‘Vriendschap is het instrument waardoor God ons de schoonheid van anderen laat zien.’

Ik heb er nog een paar. Zolang we geen tijd of moed hebben om Lewis volledig te lezen, kunnen een paar citaten van hem al denkstof genoeg opleveren.

‘Jullie hebben elkaar niet uitgekozen, maar Ik heb jullie voor elkaar uitgekozen.’

‘Eros wil naakte lichamen; vriendschap naakte persoonlijkheden.’

‘De liefde kan alle kwalen vergeven en ondanks hun bestaan doorgaan met liefhebben. Maar Liefde kan niet ophouden te willen dat ze totaal verdwijnen.’

‘Datgene zeggen wat je werkelijk bedoelt, niets meer, minder of anders dan wat je werkelijk bedoelt; dat is de hele kunst en vreugde van woorden.’

‘In de literatuur en kunst zal niemand die zich druk maakt om originaliteit, ook daadwerkelijk ooit origineel zijn. Terwijl, als je simpelweg probeert de waarheid te vertellen (zonder je er ook maar een seconde druk over te maken hoe vaak die vóór jou al verteld is) je negen van de tien keer origineel zult zijn, zonder het zelf ook maar te beseffen.’

Ik denk dat we de kunstenaar Kees Verwey wel tot de laatste groep (gelukkigen) mogen rekenen. Daarom ga ik morgen een hele dag in mijn eentje naar Haarlem, naar ‘Typisch Verwey’, om daar een artikel over te schrijven. En wat heb ik daar, geen woord teveel, ongelofelijk zin in.

Dit bericht werd geplaatst in Uncategorized. Bookmark de permalink .

Plaats een reactie