Een zon diep in de nacht

Gisteren had ik een verjaardagsdagje, nog tegoed van mijn oudste zus. We spraken af in Harderwijk. Nooit geweten dat die stad zulke mooie plekjes heeft. Oude panden, waar ooit ridders woonden, een hortus, torentjes, stukken oude muur. En natuurlijk de Zuiderzee, om langs te flaneren. Dat deden we, nadat we eerst traditiegetrouw alle boekwinkels en bakkertjes in de binnenstad afgestroopt hadden. ‘De Ouderwetse Bakkerij’ (bij koninklijke beschikking hofleverancier) ruimschoots aanbevolen! Het roggebrood – een homp, je moet je sneetje zagen – smaakt zó ouderwets dat ik me er zeldzaam thuis bij voel. ‘Ik word steeds ouderwetser. Ouderwetscher zelfs.’ (citaat W. Barnard)

Daarna volgden we een verleidelijk spoor van rook en visch, net zolang tot we het kraampje vonden waar je een heerlijk broodje paling kunt kopen. We aten gezeten in een nis in de oude stadsmuur. Daar las ik mijn zus passages voor uit ‘De vijf talen van de liefde’ van Gary Chapman.

Mijn zus die onlangs, op haar veertigste, nog de liefde van haar leven vond. Dat is niet minder dan een teken, zoals de duizenden krokussen die weer opschieten van tussen het gras. ‘Want geen ding zal bij God onmogelijk zijn.’

shot_1393600293950

2014-02-28 15.21.36

We wandelden door de bossen rond Kasteel Staverden. We zagen de zeldzame witte pauwen. Engelenwit, mocht die kleur bestaan. Vooral met uitstaande veren zijn ze onwaarschijnlijk mooi. De zon was niet ver weg, en er stonden gelukkig nog heel wat bomen overeind tussen de vele gesneuvelden, wreed genummerd en van hebberige initialen voorzien, in knalroze en -gele verf. Ik praat niet met bomen hoor, maar ik zie ze wel als persoonlijkheden die hun waardigheid kunnen verliezen. ‘Wat is een boom een geheimzinnig wezen. Hij staat te denken, te wuiven, te verlangen en te berusten. Hij groeit in de zon bij avond, hij strekt zijn ziel uit op de aarde.’ (wederom W.Barnard)

shot_1393601258795

shot_1393600344138

 

Ik heb weer wat zitten lezen in ‘Een zon diep in de nacht’: de verzamelde dagboeken van Willem Barnard. Vandaar al die citaten. De titel is een regel uit een door Barnard hertaald gezang van John Newton, ‘O Jezus, hoe vertrouwd en goed, klinkt mij Uw naam in ’t oor.’ Om mee de zondag in te nemen. En de hoop niet te verliezen.

Zolang Gij nog onzichtbaar zijt,

een zon diep in de nacht,

roep ik uw nadering reeds uit

omdat ik U verwacht.


 

 

Dit bericht werd geplaatst in Uncategorized. Bookmark de permalink .

Plaats een reactie