Bestaat meneer Gabriël echt?

Grappig, die steeds terugkerende vraag: heeft de ontmoeting met meneer Gabriël echt plaatsgevonden? (of zuig je soms alles uit je dikke duim?)

Blijkbaar doet het er toe. Of af. Tenminste, ik heb sterk het gevoel dat een bevestigend antwoord tot aanbeveling voor de lezer zal strekken.

Mede-columnist Gert van de Wege heeft aan dit gegeven al eens een column gewijd, die hier te lezen is: http://gertvandewege.blogspot.nl/2013/10/echt-niet-gebeurd.html

Maar ik begrijp de vragen wel. Als het een roman zou betreffen, weten we tenminste waar we aan toe zijn. Dan is misschien dertig procent waargebeurd, en zeventig procent verzonnen. Of andersom. In elk geval: je kunt er niet voetstoots van uitgaan dat het hele verhaal kant en klaar uit het leven gegrepen is. Dat hoort zo bij de ‘soort’, en wie daar niet van gediend is, die leest gewoon geen romans.

Maar een columnist, wat voor voor vlees hebben we dan in de kuip? Ik denk dat de meeste broeders en zusters RD-columnisten niet zoveel verzinnen. Hoewel..? Er zit een ondeugende tussen, een eerwaarde nog wel…Maar over het algemeen schrijven ze korte betoogjes, met als doel het overbrengen van diepe of minder diepe waarheden die je ook zonder veel verbeeldingskracht volgen kunt.

Kijk je naar andere dagbladen, dan zijn de columnisten meer een soort narren. Ook zij hebben altijd een ‘boodschap’ over te dragen, maar je mag alles, en dan ook letterlijk alles opschrijven om die creatief verpakt te brengen.

Het een is niet minder dan het ander, zo bedoel ik het niet. Het gaat erom dat je column ‘een stukje proza is waarin je puntig en uitdagend je visie uiteenzet’. De kwaliteit wordt bepaald door een bepaalde (puntige) samenhang van onderwerp, invalshoek, standpunt en stijl. Maar hoe je dat doet, is altijd een vrije en persoonlijke keuze.

Terug naar meneer Gabriël. “I love Gabriël!!” mailde een vriendin. Waarop ik vroeg: moet je niet eerst vragen of hij wel echt bestaat? Haar antwoord:

jij denkt dus hij bestaat.

jij staart dus hij bestaat.

jij schrijft dus hij bestaat.

Hij bestaat dus. Ik heb hem gezien. En beschreven. Maar hem ook – zoekend naar de waarheid die zich vrijwel altijd ergens achter de feiten en tussen de regels door bevindt – verkleed en bijgepunt totdat hij keurig in mijn columnlijstje paste. Voor wie het gelooft is het waar.

 

Dit bericht werd geplaatst in Uncategorized. Bookmark de permalink .

3 Responses to Bestaat meneer Gabriël echt?

  1. cestbiencovitz's avatar cestbiencovitz schreef:

    Gabriel en anderen.
    In het midden van veel mensen.
    Als een dauw.
    Voor anderen, voor jou.
    Woorden toedruppelend.
    Een infuus naar je hart.
    (naar Micha 5:7)

    Like

  2. anoniem's avatar anoniem schreef:

    Het heeft denk ik alles te maken met ons geloof in Gods Voorzienigheid.
    (Door de persoon ‘Gabriël’ te noemen, geef je ook zelf een hint richting een bovennatuurlijke dimensie.) Interessant om nog over door te denken. Zouden predikanten bijv ook dit soort dingen kunnen doen om hun boodschap te doen landen?

    Een berooide, psychotische Tsjaad vertelde mij eens deze variant op Descartes: iemand denkt aan mij, dus ik besta. Ja gelukkig: er is altijd wel Iemand.

    Like

  3. stamvangent's avatar stamvangent schreef:

    Vonne van der Meer citeerde in Liter de schrijver Milan Kundera: ‘De roman onderzoekt niet de werkelijkheid maar het bestaan. En het bestaan is niet wat er echt gebeurd is, het bestaan is het veld van menselijke mogelijkheden, van alles wat de mens kan worden, van alles waartoe hij in staat is.’

    Ik zou eraan toe willen voegen (Kundera is atheïst): het bestaan is ook het veld waarin Godsontmoetingen en wonderen plaatsvinden, middenin het leven van alledag. Elke levende christen zal iets van deze ervaring herkennen. Dat God op je aankomt, altijd op momenten dat je het niet (meer) verwacht, en vaak in een vorm die je niet meteen herkent en je vreemd of zelfs angstaanjagend voorkomt. Daarover gaat Gabriël (hoop ik).

    Wat ik schrijvende voor ogen heb is een geloofwaardig verhaal maken dat het wonder zichtbaar maakt zonder te betogen. Misschien wel een voorzichtige nieuwe vorm: literair pastoraat. Oei, daar krijg ik een menigte schrijvers over me heen die heel hard roepen: JE MOET NIKS ANDERS WILLEN DAN EEN GOED VERHAAL SCHRIJVEN!
    Oké dan, maar mocht ik ooit predikant worden, dan zou ik er zeker gebruik van maken 😉

    (overigens, zijn er al niet al veel preekstoelverhalen in omloop die ondertussen vele malen overschreven en dus niet waarheidsgetrouw meer zijn, en toch nog steeds hun werk doen ?!)

    Like

Plaats een reactie