Gabriël

De nieuwste column voor het Reformatorisch Dagblad:

Ik wilde nog eens schrijven over engelen, en ook over werkende moeders. Enig verband tussen de onderwerpen leek me niet waarschijnlijk. Of het moest zijn dat ik ze allebei voor me uit schoof; het eerste omdat ik er meer over lezen wilde, en het tweede omdat ik bang was op vele tenen te trappen, inclusief die van mezelf.

Met een schrijfboekje op zak nam ik de trein. Het was een van die maandelijkse dagen waarop alles een minder fleurig jasje draagt. Ik kwam naast een oudere man terecht. Glimmend geworden beige regenjas, morsige alpino. Voordat hij een dik bibliotheekboek dichtklapte en zijn trillende, met levervlekken bezaaide handen over het kaft vouwde, zag ik de titel: ‘De Krimoorlog’ van Orlando Figes.

‘Een interessante schrijver,’ zei ik. Laatst heb ik “Schrijf je me?” van hem gelezen.’ (liefdesbrieven van en naar een Goelagkamp)

‘Ja zegt u?’ zei hij. ‘Da boek heeft mij véél emosies gegeven. Dan ben ik alles van Figes gaan lezen.’ Geen trouwring. Ik dacht na over de tactische formulering van een volgend aasje.

‘Ik hoor uw onuitgesproken vraag.’

‘En het antwoord is..?’

Hij giechelde even zonder dat zijn gezicht van uitdrukking veranderde, en repeteerde iets binnensmonds. Dan luider: De herinneringen van ieder mens bevatten zaken die hij niet aan iedereen openbaart, maar hoogstens aan vrienden. Er zijn er ook die hij niet aan zijn vrienden zal onthullen, maar hoogstens aan zichzelf. Maar tenslotte zijn er ook dingen die een mens zelfs niet aan zichzelf durft te bekennen…‘Affijn, zoek da maar na in het verzameld werk van Dostojevski.’

Ik schoot in de lach. ‘Voor een student als gij is da toch nie moeilijk.’

‘Ik ben geen student.’

‘Wat is dan uw stiel?’

‘?’

‘Uw professie?’

‘Ik ben niets,’ zei ik. Het was een van die maandelijkse dagen waarop de neiging tot pathetiek even onbedwingbaar kan zijn als het eten van chocolade. ‘Ik heb geen echt afgeronde opleiding, geen echte baan ook; ik kreeg al snel vier kinderen.’

‘Kind, wat schoon.’ Het was een van die maandelijkse dagen waarop één woord in staat is om véél emosies op te roepen.

‘Een priester heeft ooit gezegd: “Beoordeel uw leven op verlies, en niet op winst. Niet op de wijn die u dronk, maar op die u vergoten hebt. Want de kracht der liefde bestaat in het offer der liefde. En hij die het meeste lijdt, heeft het meest te geven.”

‘Ik zie, u hebt een notiesieboek,’ knikte hij tevreden. ‘Welaan, zet daar bij:  Johannes 15:13.’ Er twinkelde iets in zijn houding. ‘Verzameld werk van Jésus.’

De conducteur kwam, mijn buurman strekte zijn arm over mijn boekje heen, en toonde zijn pas. Toen zag ik zijn naam: Gabriël  V.

Dit bericht werd geplaatst in Uncategorized. Bookmark de permalink .

2 Responses to Gabriël

  1. anoniem's avatar anoniem schreef:

    Christine, wat een mooie columns schrijf je. Ik lees ze altijd. Vroeg me af of de ontmoeting met Gabriël werkelijk zo had plaats gegrepen?? Wees niet bang dat je werkende moeders op de tenen trapt, daar ben je te aardig voor. Ik dacht wel (en ik ben ook best aardig): ga die studie afmaken of ‘neem’ die baan en ervaar dan hoe zwaar dat is. Dat het ook offers met zich meebrengt. Die je net zo goed brengt voor hen die je lief zijn of vanwege een roeping/hoger doel. Waarschijnlijk heb je de geestelijke wapenrusting harder nodig dan in de beschutting van het gezin.
    Ga vooral door met schrijven en wissel af en toe van perspectief :). Groet!

    Like

    • Onbekend's avatar stamvangent schreef:

      Beste anoniem, hartelijk dank voor deze zo aardige want prikkelende reactie. Er zitten een paar elementjes in die vragen om een bezonken antwoord. De vraag naar het bestaan van meneer Gabriël bijvoorbeeld blijkt breder te leven. Dus daar hoop ik een apart logje over te schrijven. Maar ga er maar vast vanuit dat hij bestaat 😉

      Like

Plaats een reactie